Dat hoogbegaafdheid betekent dat je een hoge intelligentie hebt is een gegeven, maar wie is dat authentieke kind achter deze intelligentie?
Door in de begeleiding van hoogbegaafde kinderen alleen in te zetten op het cognitieve vlak zal onvoldoende aansluiten bij wat nodig is om te zorgen voor een goede ontwikkeling.
Tessa Kieboom* heeft een model ontworpen waarbij zowel gekeken wordt naar de cognitieve kenmerken als naar de zijns-kenmerken.
Het is belangrijk om te weten wat die zijnskant met het kind kan doen en welke signalen het kind hierbij afgeeft.
Perfectionisme
We zien vaak dat perfectionisme het kind ertoe aanzet bepaald gedrag te laten zien. Vaak is dit gedrag helpend om te zorgen dat de stress/spanning verdwijnt.
De juf van Jip heeft gisteren een prachtig werkblad gemaakt met uitdagende sommen. Ze heeft namelijk gezien dan Jip meer aankan en tijdens de laatste 10 minutengesprekken hebben ook ouders aangegeven dat Jip de stof vaak te makkelijk vindt en uitdaging mist. Wanneer Jip het werkblad krijgt ziet hij dat er sommen tussen staan die hij nog nooit heeft gehad. Na 3 minuten is Jip nog niet gestart met zijn werk, zijn juf geeft nog eens aan dat hij nu echt aan het werk moet gaan. Jip lijkt te beginnen, maar maakt tekeningetje op zijn werkblad. Aan het eind van de les stopt hij snel zijn werkblad in het nakijkbakje. Wanneer Juf ‘s middags ziet dat Jip geen enkele som gemaakt heeft trekt ze de conclusie dat het misschien toch iets te moeilijk voor Jip was en maakt een werkblad met minder uitdagende sommen voor de volgende dag.
Vaak vergeten we te vragen aan kinderen waarom een kind iets niet durft of doet. Wat maakt dat je niet begint? Door dit soort vragen te stellen krijg je hele waardevolle informatie. Door daar vervolgens iets mee te doen merkt een kind dat hij gezien wordt, belangrijk gevonden wordt en mag zijn wie hij is. Wanneer juf dit had gedaan waren ze er waarschijnlijk samen achter gekomen dat met behulp van een korte instructie Jip de nieuwe sommen prima had kunnen maken en zeker geen makkelijkere sommen moet krijgen.
Rechtvaardigheidsgevoel
Het gaat al een langere tijd niet zo goed met Fleur, ze is vaak boos thuis en gaat met steeds meer tegenzin naar school. Gelukkig zijn de Cito toetsen net geweest en komen de 10 minutengesprekken er weer aan. Fleur vind het saai op school, ze heeft het gevoel niets te leren en daarvoor zit ze toch tenslotte op school. Tijdens het 10 minutengesprek blijkt dat Fleur op alle Citotoetsen hoge scores heeft behaald. Juf geeft aan dat ze Fleur wat meer uitdaging qua stof zal geven. De ouders van Fleur gaan met een goed gevoel naar huis en vertellen bij thuiskomst dat juf gaat kijken naar stof die wat meer uitdaging bied.
Een opgeluchte Fleur die de volgende dag opgewerkt naar school vertrekt. Een week later heeft Fleur nog geen ander werk gekregen en heeft de juf het er ook nog niet met haar over gehad. Wanneer zou ze dat nu doen? Ze heeft het toch beloofd! Fleur besluit na een gesprek met haar moeder om juf er zelf naar te vragen, misschien is ze het wel vergeten. “O wat stom van mij, helemaal vergeten Fleur, ik regel het deze week nog”. Maar er komt niets.
Wanneer je iets beloofd dat hou je je aan deze belofte. Wat doet dit met Fleur?
Sensitiviteit
Hoogbegaafde kinderen beleven de wereld enorm intens. Wanneer dit er onvoldoende mag zijn raak je steeds verder bij jezelf vandaan.
Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld de zintuigelijke intensiteit. Dit betekent dat deze kinderen eerder last kunnen ervaren van zintuigelijke prikkels, zoals geluiden, aanrakingen, licht. Maar ook sterk kunnen genieten van muziek, de natuur, kleuren, kunst en toneel. Bekijk samen van welke prikkels een leerling last ervaart en wat je daaraan kunt doen.
Kritische instelling
Hoogbegaafde kinderen zijn vaak kritisch ingesteld. Ze zijn kritisch naar zichzelf toe maar ook naar anderen. Ze merken de kleine dingen op en kunnen dit ook zeggen tegen anderen op een directe, eerlijke manier. Dit komt helaas niet altijd goed over. Hier hebben volwassenen de taak het kind erop te wijzen dat het ook anders kan, maar ook te leren hoe het anders kan.
Als een leerkracht op de eerste schooldag een situatie niet goed heeft afgehandeld, dan wordt dit niet vergeten en kan het zijn dat de leerkracht de rest van het jaar niets meer goed kan doen in de ogen van het kind.
Of een leerkracht belooft uitdagend werk maar geeft dit maar niet. De leerling kan dan denken “Wat doe ik dan fout?” Vindt de juf mij lastig?
(bron: Marianne Rietveld)
26 februari is er een workshop van Marianne Rietveld over het zijnsluik, er zijn nog een paar plekken beschikbaar.
Meld je aan via www.dewijswijzer.nl locatie Enschede Pienter&Co.
* Dr. Tessa Kieboom (Antwerpen is een autoriteit op het vlak van hoogbegaafdheid. Ze leidt het Centrum voor Begaafdheidsonderzoek in Antwerpen, waar jaarlijks vele honderden kinderen worden begeleid en levert pionierswerk in
de ontwikkeling, aanpak en begeleiding van vele duizenden hoogbegaafde jongeren en volwassenen. Ze staat aan het hoofd van Exentra vzw, het expertisecentrum hoogbegaafdheid in Antwerpen en ze is als gastprofessor co-titularis van de leerstoel hoogbegaafdheid aan de UHasselt.
Deze website gebruikt cookies. Door gebruik te maken van deze website, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies. Privacystatement >