Hoogbegaafdheid en trauma

21 april 2022

Wat is trauma?

Wanneer we spreken over traumatische ervaringen denken we meestal gelijk aan gebeurtenissen met een zeer grote impact. Bijvoorbeeld oorlog, een ernstig ongeluk of overval. Als deze ervaringen niet te verwerken zijn kan het worden opgeslagen in ons zenuwstelsel als trauma. Telkens als zich dan iets voordoet wat op deze gebeurtenis lijkt, of dezelfde emotie oproept, komt het trauma weer naar boven.

Ook in minder dramatische situaties kunnen we trauma ontwikkelen. Dit noemen we het “kleine t” trauma. De problemen die snel over het hoofd gezien worden maar grote gevolgen kunnen hebben voor de rest van ons leven. Dit kunnen dingen zijn als een opmerking van een meester of juf, pesten, emotionele verwaarlozing, niet authentiek gezien worden, of een opstapeling van kleine, nare gebeurtenissen die voor veel stress zorgen.

 Trauma door langdurige of heftige stress

Wanneer we onze stress goed kunnen reguleren, zitten we in de ‘optimum arousal’. We kunnen goed nadenken, voelen ons goed, en daar zitten onze hulpbronnen. Wanneer we te veel stress ervaren, komen we in de ‘hyper-arousal’. Dit kan zorgen voor paniek, woede, irritatie, en basale overlevingsreacties: fight, flight or freeze. Stresshormonen brengen ons lichaam dan in staat van paraatheid zodat we snel tot actie kunt komen.

Wanneer we langdurig in een stressvolle situatie leven, of deze stress zo heftig is dat we ons overweldigd en hulpeloos voelen, omdat we bijvoorbeeld niet opgevangen of gerustgesteld worden, kan dit worden opgeslagen als trauma. Het stress systeem wordt hyperactief en reageert in het vervolg sneller dan bij mensen die zich veilig en prettig voelen.

Kleine t-trauma’s bij hoogbegaafdheid

Hoogbegaafde kinderen beleven de wereld vaak als heel intens. Dit kan iets heel moois zijn, wanneer we dit vanuit het perspectief van talent zien. Het kan er echter ook voor zorgen dat de ervaringen die het kind opdoet intenser beleefd worden. Wanneer dit negatieve ervaringen zijn, zoals het niet gezien en/of begrepen worden op school, afgekeurd worden om de intensiteiten, cognitieve afremming in ontwikkeling, gebrek aan contact met ontwikkelingsgelijken (wat kan leiden tot een scheef zelfbeeld door een gebrek aan spiegeling) kan dit zorgen voor een langdurige ‘hyper-arousal’, en kan een ontwikkelingstrauma ontstaan.

Hoe kan het zich uiten?

Het onderscheid tussen een stress reactie en trauma is soms lastig te maken. Wanneer is er sprake van een kind wat even te veel op zijn bord heeft en een kind waarbij er sprake is van trauma? Trauma kun je herkennen aan de volgende symptomen, waarbij duidelijk geen sprake meer is van veerkracht op het moment dat het trauma getriggerd wordt:

  • Angst, meestal niet-specifiek
  • Vermoeidheid, uitputting
  • Vlak, bevroren emoties
  • Gejaagdheid
  • Hyper alert
  • Fysieke paniek, trillen, zweten, hyperventilatie
  • Extreem gevoelig voor licht en/of geluid
  • Indringende beelden, terugkerende dromen
  • Aantrekking voor gevaarlijke situaties
  • Gaten in het geheugen
  • Onvermogen om lief te hebben of te verbinden
  • Angst om dood te gaan, of angst voor calamiteiten
  • Snel gestrest
  • Slaapproblemen
  • Immuunsysteem klachten
  • Psychosomatische klachten
  • Woede uitbarstingen
  • Dwangmatig piekeren
  • Gevoelloosheid, niet aanraakbaar
  • Blokkade in handelen
  • Er niet bij zijn, dissociatie
  • Vermijdingsgedrag
  • Sociaal terugtrekken of juist overcompenseren
  • Innerlijke leegte
  • Zelfbeeld uit balans
  • Verminderde interesse in het leven en/of minder kunnen genieten
  • Gebrek aan flexibiliteit om te reageren op lastige situaties

Hoe kun je een kind met trauma helpen?

Als leerkracht van een kind met trauma kan het lastig zijn om te beoordelen wanneer je moet handelen en wat je dan precies moet doen. Wat belangrijk is om te onthouden is dat het gedrag van de leerling een symptoom is van wat er in de hersenen gebeurt. Het is niet dat het kind niet wil, het is dat het op dat moment daadwerkelijk niet kan. Praten op een moment van grote stress heeft dan ook weinig zin, het kind is op dat moment niet in staat om na te denken.

Het gedrag wat vertoond wordt in een traumatische situatie (overleefgedrag) bestaat om het kwetsbare (getraumatiseerde) deel van het kind te beschermen. Het is dan ook niet de bedoeling om aan dit gedrag te gaan sleutelen, althans niet in het onderwijs. In plaats daarvan moet gezorgd worden voor het gevoel van veiligheid. Een gevoel van erbij horen en verzorgd worden kan zorgen voor een verlaging van de stresshormonen, en zal ervoor zorgen dat het kind benaderbaar wordt en er weer ruimte ontstaat voor nadenken, voelen, talenten en veerkracht. Je spreekt dan op dat moment het gezonde deel van het kind aan.

Het is dus belangrijk om in deze situaties te gaan kijken naar de omgeving: wat moeten we nu veranderen zodat er een veiligere plek ontstaat? Wat is er lastig aan de omgeving of aan de taak? Wat heeft precies voor de stressreactie gezorgd?

Trauma voorkomen?

Trauma is niet in alle gevallen te voorkomen en stressvolle situaties zorgen niet per definitie altijd voor trauma. Maar het is wel belangrijk om het risico op (kleine t-) trauma te verkleinen. Hiervoor is het van belang om langdurige hyper-arousal te vermijden, zodat kinderen zoveel mogelijk in de optimum arousal blijven.

Het is dus belangrijk om de omgeving goed in kaart te brengen: Is er een passend programma op school? Heeft het kind voldoende aansluiting met ontwikkelingsgelijken? Wordt het kind gezien zoals hij of zij echt is? Als we namelijk met voldoende kennis en inzichten naar deze kinderen kijken, kunnen we zien wat er nodig is en kunnen we hen kansen bieden voor de toekomst.

Delen...

Deze website gebruikt cookies. Door gebruik te maken van deze website, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies.   Privacystatement  >

Akkoord